Deze soort uit de kaasjeskruidfamilie komt inheems in Nederland voor. Het blad is prachtig grijsgroen van kleur en zacht behaard. Ook de bloemen zijn opvallend en mooi lilaroze gekleurd. Het bijzondere aan de plant is dat de plantendelen, gekookt in water, een op eiwit lijkende gelei geven, die je kunt gebruiken voor het verdikken van soepen en sauzen. De plantendelen bevatten namelijk pectine. De wortels bevatten veel zetmeel. Deze werden vroeger gedroogd en gemalen, waarna het meel tot een pasta werd verwerkt en geroosterd als marshmallows. Het blad is lekker in een salade als je het heel fijn snijdt. Verder is het een decoratieve aanwinst voor de moestuin en kruidentuin. De bloemen zijn zeer rijk aan nectar en pollen. Bijen en vlinders zijn hier dol op. Ook de zaden zijn eetbaar voor vogels en andere dieren. Het wordt een flinke, hoge plant. Erg mooi in een wilde bloementuin of achterin de border. De plant gedijt het beste op humusrijke en vochthoudende grond, in de zon of halfschaduw. In de winter heeft deze plant veel ecologische waarde, omdat de plantendelen een goede schuilplaats bieden voor allerlei insecten om te overwinteren. Knip de uitgebloeide stengels en bladeren dus niet af.

Althaea officinalis L.