Deze inheemse forse plant kun je vinden op de uiterwaarden van onze rivieren. In vroeger tijden werd schapenwol gekamd met de stekelige, gedroogde bloemhoofdjes. Dit noemde men kaarden, vandaar de naam. Het is een opvallende plant die prachtig staat achterin een border en ook in de winter veel sierwaarde heeft, zeker wanneer het gesneeuwd heeft. De plant bloeit de hele zomer door met vertakte stengels vol bolvormige lila bloemhoofdjes. Diverse vlinders, bijen en lieveheersbeestjes zijn dol op deze plant, niet alleen vanwege de overvloedige nectar, maar ook vanwege de bloemen die in de winter een schuilplaats bieden tegen de kou. De zaden worden gegeten door vinkachtingen, zoals de putter. Het is een waardplant voor rupsen van verschillende vlindersoorten. Verder levert de plant een blauwe verfstof gelijkend op indigo en een gele verfstof. De plant is tweejarig. In het eerste jaar vormt zich een bladrozet dat in de winter groen blijft. In het tweede jaar volgt de bloei. Zaait zichzelf gemakkelijk uit, veel grondsoorten goed, mits goed gedraineerd en vochtig en liefst kalkhoudend. Goede snij- en droogbloem. Geschikt voor een zonnige standplaats en volle zon.

Dipsacus fullonum L.
Het kaarden vond plaats met Dipsacus fullonum subsp. vulgaris L.